Start Bijbelspel Catechismus Christelijk Nieuws Foto's Gastenboek Informatie Jeugd Kerkdiensten Kerkklanken Linken Preken Studie

Kerkklanken

Twee onbekende vrouwen

2 Timotheüs 1 vers 5

Vele personen komen we in de Bijbel tegen. Van de één kennen we de gehele levensgeschiedenis. Denkt u maar eens aan Abraham, Mozes en Jezus. Van andere bijbelse figuren kennen we alleen maar een naam. Leest u maar eens aan het eind van een brief van Paulus van wie hij allemaal de groeten doorgeeft. Sommige personen komen we vaker tegen. Anderen woorden maar één keer genoemd. Twee personen die slechts eenmaal genoemd worden willen we deze keer voor het voet licht halen. Het zijn Loïs en Eunice, de oma en de moeder van Timotheüs.

Van Timotheüs is veel bekend. Regelmatig wordt hij genoemd in Handelingen en in de brieven van Paulus. Paulus heeft zelfs twee brieven persoonlijk aan Timotheüs geschreven. Timotheüs was dan ook een belangrijke medewerker van Paulus. Hij werkte mee in de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. En hij spande zich in de door Paulus gestichte gemeente in ten behoeve van de gemeenteopbouw.

Dat Paulus erg over hem te spreken was en een bijzondere plaats voor hem in zijn hart had is onmiskenbaar. Op vele plaatsen spreekt Paulus over Timotheüs als over zijn geliefd en getrouw kind in de Here. Paulus was dankbaar voor het werk dat Timotheüs verrichtte en voor zijn geloof.

Op dit punt ontmoeten we de grootmoeder en moeder van Timotheüs. Van hen zegt Paulus in zijn tweede brief aan Timotheüs, dat een ongeveinsd geloof in hen gewoond heeft. Loïs en Eunice waren oprecht gelovige vrouwen. We weten van hen, dat zij christenjoden zijn. In Handelingen staat namelijk, dat Timotheüs een zoon is van een gelovige Joodse vrouw.

Waarschijnlijk is Timotheüs vanwege zijn Griekse vader niet besneden. De Joodse wet is niet trouw aan hem volbracht. Echter wat wel gebeurd is, is dat zijn moeder en grootmoeder hem opgevoed hebben met het geloof in de God en Vader van Jezus Christus.

Dat dit grondig en met liefde is gebeurd wordt ons verder in de brief duidelijk gemaakt. Paulus zegt tegen hem: "Blijf gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wel bewust van wie gij het geleerd hebt, en dat gij van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus".

Als kind heeft Timotheüs van zijn moeder en oma onderwijs gehad vanuit de Bijbel. Zij hebben hem over de Here God vertelt en over Zijn liefde voor de wereld, die Hij getoond heeft in zijn eniggeboren Zoon Jezus Christus.

Timotheüs heeft een geloofsopvoeding gehad die een wezenlijk onderdeel was van zijn gehele opvoeding. Het hing er maar niet een beetje bij.

Dit heeft alles te maken met het geloof van Loïs en Eunice. Wanneer Paulus Timotheüs er op wijst, dat hij zich bewust moet blijven van wie hij het geleerd heeft, dan wijst Paulus hiermee op het geloof van deze twee vrouwen. Zij hadden een ongeveinsd geloof. Het geloof was bij hen geen rol, geen toneelspel. Ze deden niet alsof. Het waren geen naamchristenen. Hun geloof was oprecht en authentiek. In de ontmoeting met hen heeft Paulus gemerkt dat hun geloof echt was.

Voor de geloofsopvoeding is dit iets dat van wezenlijk belang is. Kinderen prikken er snel doorheen, wanneer ze merken dat het niet echt is. Zo was het niet bij Loïs en Eunice. Zij kenden een grote liefde voor de Here God en voor Jezus Christus. Een liefde die van hen afstraalde en neer kwam in het hart van Timotheüs. Gerust kunnen we dan ook zeggen, dat Timotheüs een belangrijk werker is geworden in Gods Koninkrijk door de geloofsopvoeding die hij van zijn moeder en oma ontvangen heeft.

Zo is dit vandaag nog steeds. Het geloof van de kinderen heeft veel te maken met het geloof van ouders en grootouders. Het hangt er niet vanaf, maar is een belangrijke steun. Gelukkig is het kind dat zo opgevoed wordt en mocht proeven van een echt geloof in de Here Jezus Christus.

Ds. J. Holtslag